Bert Van den Bossche, parochiale medewerker, presenteert het Sint-Lambertusdrèpke,
de huisjenever van het Nationaal Jenevermuseum van Hasselt.
EKEREN – Vlaanderen organiseerde voor de 13de maal de Nacht der Kerken op zaterdag 10 augustus en in Ekeren namen zowel Sint-Laurentius (Schoonbroek) als Sint-Lambertus (Centrum) hieraan deel. De kerken hielden open deur van 19 tot 23 uur.
In de centrumkerk kwamen 43 belangstellenden de kerk bezoeken. Zij werden ontvangen met een Sint-Lambertusdrèpke, een Hasseltse jenever, om daarna onder begeleiding van parochiale medewerkers Guido Staes en Bert Van den Bossche de rijke geschiedenis van de eeuwenoude kerk en haar bewaard gebleven schatten te ontdekken.
Onder die schatten een 17de eeuws Mariabeeld in Mechels houtsnijwerk, een prachtige collectie priesterkazuifels en een metershoge paaskaarskandelaar uit 1875. Ook onmogelijk te missen, de preekstoel, een 17de eeuws prachtstuk met beeldhouwwerk van Artus Quellin de Jonge (1607-1700) die ook de biechtstoel nabij de hoofdingang beeldhouwde. Niet minder imposant is het Forceville-orgel op het doksaal, een instrument dat meer dan 300 jaar oud is, met beeldhouwwerk van Jan Claudius De Cock.
In de zuidelijke dwarsbeuk is muur behangen met 19 obiits of rouwborden, een middeleeuwse traditie voorbehouden aan adellijke families die bij het overlijden van een familielid, zo’n rouwbord (of cartel of blazoen) mochten aanbieden. Die families waren meestal ook weldoeners van de kerk, sponsors avant-la-lettre dus. Onder meer de families Moretus Plantin, van Delft, van de Walle de Ghelcke en du Bois hebben hier een obiit hangen.
Wie de kans gemist heeft om de Sint-Lambertuskerk tijdens de Nacht te bezoeken; kan natuurlijk steeds op eigen houtje terecht, eventueel gesteund door de brochure “De Sint-Lambertuskerk”, uitgegeven door het district en daar verkrijgbaar voor één euro. (jdh)
